Perisai Diri

“Perisai Diri” betekent ‘schild voor jezelf’ of ‘jezelf in bescherming nemen’. Het is de naam die Ruud van Weldam aan de stijl pencak silat gaf die hij in Nederland ontwikkelde. Toen hij hier aankwam, ontdekte hij dat veel technieken van het pencak silat zoals die in Indonesië werden getraind niet geschikt waren voor de grote Nederlanders. Ook vond hij dat de meeste leraren teveel vasthielden aan de technieken, oefenvormen en gebruiken die ze ooit hadden geleerd, en zichzelf (en hun pencak silat) niet verder ontwikkelden. In zijn ogen mocht een stijl geen doctrine worden die vernieuwing in de weg staat.

Vanuit de basis van het pencak silat breidde hij zijn Perisai Diri uit met technieken uit bijvoorbeeld het (kick)boksen, het moderne karate, taekwondo, en kung fu. Daarmee gaf hij vorm aan een complete en energieke vechtsport, waarin hij de Nederlandse hardheid en vechtersmentaliteit koppelde aan de Aziatische explosiviteit en flexibiliteit.

‘Onderzoek alles en behoudt het goede’. Vanuit dit principe ontwikkelt de Perisai Diri van Ruud van Weldam zich nog steeds. Bruikbare technieken en principes uit andere (moderne) vechtsporten en zelfverdedigingssystemen worden verkend en eventueel opgenomen in het eigen systeem.

Training

Tijdens de trainingen wordt geoefend met de verschillende technieken van het vechtsysteem, zoals het aanvallen met diverse stoten en trappen, en de afweringen en ontwijkingen als antwoord op aanvallen. Hierbij trainen leerlingen op snelheid, kracht, reactievermogen en coördinatie, maar ook op conditie en uithoudingsvermogen. Zij leren hun technieken niet alleen uit te voeren in rustige oefensituaties. Belangrijk is vooral hoe zij zichzelf houden onder stressvollere omstandigheden, zoals in een wedstrijd en zeker bij zelfverdediging. Door intensieve training vergroten we onze fitheid, zowel van lichaam als geest, waardoor we moeilijke situaties ook beter weerstaan.