Pencak Silat

De wortels van het Pencak Silat liggen in Indonesiƫ. De naam Pencak Silat bestaat uit twee delen, Pencak, de dansvormen en Silat, de gevechtsvormen. De combinatie van deze twee vormen maakt het Pencak Silat tot een sierlijke en doeltreffende verdedigingssport.

Voor mensen die nog geen kennis hebben gemaakt met het Pencak Silat is de sport vanwege de sierlijke en vloeiende bewegingen wellicht te omschrijven
als een broertje van Kung Fu. En net als het Karate hebben veel dorpen ieder een eigen Pencak Silat stijl ontwikkeld die vaak wezenlijk van elkaar verschillen.

In totaal zijn er meer dan 800 Pencak Silat stijlen bekend, waarvan vele namen van dieren en insecten dragen of namen die wijzen naar de bewegingen die basis voor de stijl vormen. Zo zijn er bijvoorbeeld Harimau (Tijger) stijlen, Minang-Kabau (Kabau) stijlen, Manyang (Bij) stijlen en Pecut (zweepslag) stijlen.

Zoals elke verdedigingssport kent het Pencak Silat ook wapenvormen. Het meest karakteristieke wapen in het Pencak Silat arsenaal is waarschijnlijk de Cabang, een drietand die voor verdediging en als slag- steekwapen gebruikt kan worden. Verder horen onder andere de Parang (machette of kapmes) en de Tongkat (stok)
tot het arsenaal.